The ILS Language & Communication research group

News

De voordelen (en tekortkomingen) van Stemwijzer en Kieskompas

[20 november 2023]

Verkiezingsprogramma’s zijn nauwelijks voorlichting voor kiezers. Ze zijn moeilijk geschreven en erg dik, en worden dan ook vooral gelezen door partijtijgers, politieke aficionado’s en journalisten. Maar stel, je wilt je stem voor 22 november toch graag baseren op inhoudelijke keuzes van de politieke partijen. Dan kunnen stemhulpen heel handig zijn – zeker als je je bewust bent van hun beperkingen, schrijven onderzoekers Bregje Holleman, Leo Lentz, Henk Pander Maat (Universiteit Utrecht) en Naomi Kamoen (Tilburg University).

Vijf vragen over stemhulpen

Stemhulpen zijn niet alleen handzaam voor de kiezers; uit onderzoek blijkt ook dat ze een positieve bijdrage leveren aan de democratie. Burgers voelen zich na stemhulpgebruik beter geïnformeerd en de kans is groter dat ze daadwerkelijk gaan stemmen.

Volgens Holleman, Kamoen, Lentz en Pander Maat hebben de stemhulpen echter nog meer potentie. Ze adviseren kiezers tijd uit te trekken voor het invullen ervan en de toelichtingen die partijen over standpunten geven goed door te lezen. Gezien de variatie in thema’s, stellingen en partijen die worden meegenomen, raden ze ook aan om meerdere stemhulpen in te vullen.

Om het meeste uit de stemhulpen te halen, is het belangrijk dat de invuller een beetje begrijpt hoe ze werken, zeggen de onderzoekers. Ze hebben de twee bekendste Nederlandse stemhulpen, Stemwijzer (van Prodemos) en Kieskompas (opgericht door de Vrije Universiteit en Trouw), onder de loep genomen en vijf vragen op een rijtje gezet waarvan het goed is ze in je hoofd te houden.

1. Welke thema’s worden geselecteerd voor de stemhulp?

Bij Stemwijzer en Kieskompas beantwoorden kiezers dertig stellingen en de antwoorden worden vergeleken met de standpunten van (het gros van de) partijen die deelnemen aan de verkiezingen. “Makers van stemhulpen moeten een keuze maken: welke politieke thema’s snijden we aan?”, vertellen Holleman, Kamoen, Lentz en Pander Maat. “Dit heeft invloed op de uitkomst: waarschijnlijk komen er meer (centrumlinkse) niet-gelovige kiezers uit bij de ChristenUnie als de stemhulp minder doet aan levensbeschouwelijke issues.”

Veel thema’s van Stemwijzer en Kieskompas overlappen: beide hebben aandacht voor bestaanszekerheid, migratie, vervoer, woningmarkt, milieu en klimaat. Het enige echte verschil is dat Stemwijzer stellingen heeft over een regionaal kiesstelsel en het referendum, terwijl Kieskompas het democratie-thema onbesproken laat.

Wie een bepaald thema belangrijk vindt, kan dit (bij Kieskompas) of specifieke stellingen (bij Stemwijzer) selecteren om extra gewicht te geven aan die antwoorden. Wie juist vindt dat een bepaald thema te weinig aandacht krijgt, kan ervoor kiezen ook een gespecialiseerde hulp in te vullen. “Daarbij is het dan wel weer slim om niet alléén op zo’n deelthema te varen. Gebruik een specialistische stemhulp alleen in combinatie met een of meerdere algemene stemhulpen.”

2. Welke stellingen zijn gekozen?

De selectie van stellingen is minstens zo belangrijk als die van de thema’s, vinden Holleman, Kamoen, Lentz en Pander Maat. 5 van de 30 stellingonderwerpen komen in beide stemhulpen voor, de overige 25 zijn uniek.

Uit een steekproef van 99 standpunten, de onderzoekers bekeken half oktober negen stellingen voor elf partijen, bleek dat er 37 niet expliciet in de verkiezingsprogramma’s staan. Regelmatig moet een partij dus een standpunt formuleren nadat de stemhulp een stelling aan ze heeft voorgelegd. “Dat geldt dit jaar bijvoorbeeld voor de Stemwijzer-stelling over accijnsverlaging voor benzine, diesel en gas. Over deze stelling wordt alleen gesproken in de programma’s van NSC, PVV, SP en VVD.”

“Ook is het goed om te weten dat issues in een stemhulp niet zinvol zijn als te veel partijen een min of meer zelfde mening over dat onderwerp hebben. Weinig kans dus dat we een stelling over vrijheid van meningsuiting zullen aantreffen. Het invullen van een stemhulp geeft daarmee vooral inzicht in de verschillen tussen partijen, niet in alle politieke thema’s die momenteel belangrijk zijn in Nederland.”

3. Hoe moeten we de antwoorden interpreteren?

De match tussen het antwoord van de invuller en het standpunt van de partijen is gecompliceerd: allebei hebben bij het invullen soms concessies gedaan en kanttekeningen gemaakt. “Welke dat zijn, wordt alleen duidelijk bij het raadplegen van de stellingstoelichtingen”, benadrukken de onderzoekers. “Verdiep je bij het invullen van stemhulpen in de kwesties door de toelichtingen op de partijstandpunten te lezen. Zo kom je tot een eigen standpunt en wordt het stemhulp-resultaat betrouwbaarder omdat het op een bredere basis rust.”

In hun onderzoek zagen Holleman, Kamoen, Lentz en Pander Maat regelmatig dat kiezers maar ‘neutraal’ of ‘geen van beide’ invulden als ze geen idee hadden wat ze van een bepaald onderwerp vonden. “Dat is niet verstandig, want die gekozen positie middenin in de schaal wordt dan vergeleken met die van de partijen. Beter is om de toelichtingen te lezen. Of anders om ‘geen mening’ of ‘overslaan’ in te vullen.”

‘Neutraal’ of ‘geen van beide’ zijn wel een goede optie als een invuller een genuanceerde mening heeft. “Bij ogenschijnlijk eenvoudige kwesties, bijvoorbeeld over een verhoging van parkeertarieven, kwamen invullers soms tot redeneringen die niet in één antwoord te vangen zijn: het hangt ervan af hoe groot de verhoging van de tarieven is, alleen als het ov toegankelijker wordt, enzovoort.” Kiest een invuller dan voor ‘geen mening’ of ‘overslaan’, dan doet de stelling onterecht niet meer mee in de berekening van het advies.

Ook bij de partijen staat de middenpositie voor nuances. Zo koos Volt ‘geen van beide’ bij de Stemwijzer-stelling over het recht van huurders om hun sociale huurwoning te kopen. En inderdaad, uit de toelichting blijkt dat de partij dat recht alleen wil toestaan als het totale aanbod van die woningen gegarandeerd blijft. “Maar vaker zien we nuances verdwijnen in de stellingscore. Zo is GroenLinks-PvdA het in Stemwijzer oneens met het stoppen van de subsidies op elektrische auto’s. In de toelichting blijkt echter dat ze de subsidies wél willen stoppen voor de hogere inkomens.”

Achter eenzelfde standpunt kunnen heel verschillende redenen schuilgaan, zien de onderzoekers. “D66 en Partij voor de Dieren zijn allebei tegen een accijnsverlaging op benzine, maar verschillen nogal in visie. Dat wordt alleen duidelijk als je de toelichtingen leest: D66 meldt dat er een klimaatticket voor het ov moet komen met een laag tarief. Daarmee nemen ze het probleem, duur vervoer, nog enigszins over, maar noemt andere interventies. De PvdD is harder: de accijns moeten juist omhoog om het gebruik van fossiele energie te ontmoedigen.”

4. Schenkt men gratis bier?

“De stellingen uit stemhulpen zijn losse issues die eigenlijk in samenhang moeten worden bekeken”, schrijven Holleman, Kamoen, Lentz en Pander Maat. “De kiezer kan op allerlei onderwerpen aangeven dat er meer geld naartoe moet, en tegelijkertijd invullen dat de belastingen omlaag moeten. Daar zou geen politieke partij in de doorrekening van het partijprogramma mee wegkomen.”

Kieskompas probeert dit probleem op te lossen door 11 van de 30 stellingen minder vrijblijvend te formuleren en er ‘ook als…’ aan toe te voegen. Wat het effect daarvan kan zijn, blijkt in de stelling dat Nederland minimaal 2 procent van het bruto nationaal product moet uitgeven aan defensie. Kieskompas voegt ‘ook als er daardoor elders bezuinigd moet worden’ toe. Hier is het antwoord van GL-PvdA ‘neutraal’, terwijl zij het in Stemwijzer wél eens zijn met de stelling, al is die iets anders geformuleerd, namelijk in termen van een ‘wet’ en zonder de toevoeging van ‘minimaal’ 2 procent.

5. Draait het in de politiek alleen om deze onderwerpen?

“Nee, natuurlijk niet. Er is veel meer”, aldus de onderzoekers. De issues in een stemhulp zijn beloften waaraan een partij zich in de toekomst misschien niet per se houdt, bijvoorbeeld door coalitievorming en andere praktische omstandigheden. “Wie wil weten wat de inhoudelijke keuzes van een partij zijn, wil eigenlijk weten wat partijen in de praktijk daadwerkelijk doen. Daarom is het nuttig om ook een stemhulp in te vullen die zich baseert op het stemgedrag van partijen op moties uit het recente verleden, zoals stemmentracker.nl.”

Dit is echter ook geen waterdicht systeem. Partijen die in de afgelopen periode bijvoorbeeld meeregeerden, moesten soms stemmen zoals ze in een coalitieakkoord hadden afgesproken, terwijl ze los van de coalitie mogelijk andere keuzes hadden gemaakt.

“Stemhulpen zijn een handig hulpmiddel om verschillen tussen partijen te verkennen en die te vergelijken met je eigen standpunten. Maar dan moet je wel een beetje begrijpen hoe ze werken”, besluiten Holleman, Kamoen, Lentz en Pander Maat. “En uiteraard zijn er nog niet-inhoudelijke overwegingen. De politiek draait ook om de mensen die ervan deel uitmaken: op welke manier discussiëren en debatteren zij? Hoe zoeken ze contact met hun achterban? Wie wordt vertrouwd? Een antwoord op deze vragen komt niet via stemhulpen, maar is beter af te leiden uit debatten, het volgen van de campagnes of van de politiek.”

Luister: Bregje Holleman bij het NOS Radio 1 journaal (vanaf 52:30)

Dit artikel komt van de UU-website.Dit artikel is alleen in het Nederlands gepubliceerd.